Ein Deutscher Soldat

Door
Jeroen Thielen
18/11/2024

Ein Deutscher Soldat

In deze blog wil graag iets vertellen over een lopend onderzoek dat het boek (nog) niet gehaald heeft. Hiermee wil ik ook inzicht geven hoe de informatie in het boek tot stand is gekomen met het gebruik van verschillende bronnen. Het onderzoek in deze blog gaat over een gesneuvelde soldaat in een onbekend graf in Ysselsteyn. De hoop is om met grote zekerheid een naam toe te wijzen aan het graf en een steentje bij te dragen aan de geschiedenis.  

Het begint allemaal met een passage uit het boek: “Op 19 december om 21.00 uur staken acht Duitse soldaten de Maas over tussen Broekhuizen en Broekhuizenvorst. Een Britse patrouille berichtte het hoofdkwartier dat er twee explosies en geschreeuw gehoord waren in de richting van de Maas. De volgende ochtend, bij het aanbreken van de dag ging luitenant-kolonel C.G. Millet, samen met zes andere soldaten, naar de plek waar de explosies en het geschreeuw gehoord werden. Na een kort onderzoek vonden ze het lichaam van een Duitse soldaat. Zodra een sergeant het lichaam omdraaide volgde een enorme explosie. Millet, Peever, Gwatkin en Arnell waren op slagdood. Drie anderen raakten gewond. De Duitsers hadden de avond ervoor waarschijnlijk een valstrikbom aan hun dode “Kamerad” bevestigd. De gesneuvelde Duitser is anno 2024 nooit geïdentificeerd.

De feiten en conclusies“Kamerad”

Om te proberen de identiteit van de Duitse soldaat te achterhalen zal ik enkele bekende feiten onder elkaar zetten worden. Bekend zijn de posities van de Britse eenheden die op dat moment aan de Maas stellingen betrokken. Van de 185e Infantrie brigade (3e infanteriedivisie) lag het 1e bataljon van het Royal Norfolk regiment in Ooijen en Broekhuizenvorst en het 2 bataljon King’s Shropshire Light Iinfantry in Broekhuizen en Lottum. Dit gegeven staat in de War Diaries van 16 december: “The Bn moved by MT to the new area at BROEKHUIZEN and LOTTUM, relieving the 4th Bn K.S.L.I. of the 159th British Infantry Brigade. The change over was complete. Three companies were forward and one in reserve. The left forward Coy was established at BROEKHUIZEN and the right at LOTTUM. Both these companies had defences surrounding the two villages in question, whilst the centre company was dug in the wood. BnHQ was established in farm building at VONKEL.”

De gebeurtenissen van 19 en 20 december staan ook vermeld in diezelfde War Diaries. Daarin word gesteld dat er valstikbommen aan een Duitse soldaat bevestigd waren. In de War Diaries wordt op basis van documenten, die later op de gesneuvelde Duitsers gevonden worden, aangenomen dat hij onderdeel was de 7e Fallschirmjäger divisie. 5 dagen eerder had een Duitse patrouille een aanval uitgevoerd op Ooijen. Hierbij sneuvelde 3 Duitsers waarvan bekend is dat zij ook onderdeel waren van de 7e FJ divisie en wel van het 20e Fallschirmjäger-regiment. Periodieke Duitse stafkaarten bevestigen eveneens de aanwezigheid van deze eenheden.

Vervolgens kan er gekeken worden naar de bergingsrapporten van de Gravendienst. Hierin staan alle Duitse soldaten die na de oorlog naar Ysselsteyn zijn overgebracht. Van de Duitsers overgebracht uit Broekhuizen zijn geen onbekenden meer, in de rapporten van Lottum zijn nog twee soldaten onbekend. Een lag begraven in een Duits “massagraf” op het kerkhof van Lottum, de ander lag in een veldgraf aan Broekhuizerweg ergens tussen Lottum en Broekhuizen. Volgens de Britse rapporten moet een van hen op 19-12-1944 gesneuveld zijn en de ander op 01-01-1945.

Omdat het een onbekende soldaat betreft kan de ‘Vermisstenbildliste' van het Deutsches Rotes Kreuz geraadpleegd worden. Dit is een gedigitaliseerd register van vermiste Duitse soldaten uit de Tweede Wereldoorlog. Om de vermisten van een bepaalde eenheid op te zoeken is het Feldpostnummer nodig. Het Feldpostnummer is een soort adres van een eenheid. Aan de hand van dit nummer kon een soldaat post ontvangen zonder zijn daadwerkelijke locatie vrij te geven. Het nummer is zo specifiek aan een eenheid in een bepaalde periode verbonden dat de vermistenlijst hierop gebaseerd is. In de Vermisstenbildliste zijn 48 namen te vinden van het 20e Fallschirnjäger-regiment. Een van hen voldoet aan de bovenstaande criteria. Johann Heck, geboren op 4-7-1922, was timmerman van beroep en kwam uit Eisenach/Trier. In 1950 heeft zijn vader hem als vermist opgegeven bij het DRK maar nooit antwoord gekregen op zijn oproep. Johann raakte vermist in december 1944 in Venlo. In alle waarschijnlijkheid word hier “Brückenkopf Venlo” bedoeld en niet de stad. Het bruggenhoofd strekte van Venlo tot Wanssum waardoor de plaatsaanduiding niet erg specifiek is. Enkele voorbeelden zijn Horst Trebs, Werner Loseries en Rudolf Terres, van wie bekend zijn dat ze in Broekhuizen sneuvelden, die op de lijst staan als vermist in “Niederlande”’ of “Venlo”.

Door de verschillende aanwijzingen langs elkaar te leggen lijkt het goed mogelijk dat de onbekende soldaat Johann Heck kan zijn. Echter zonder sluitend bewijs zoals het koppelen van een ‘Erkennungsmarke’ (herkenningsplaatje) of DNA onderzoek is niet met zekerheid te zeggen over wie het daadwerkelijk gaat. Voor mij is dit vraagstuk nog niet gesloten maar ik hoop ooit de antwoorden te vinden.

Jeroen Thielen
Auteur

Bestel nu jouw exemplaar

Bestel het boek

Bestel het boek voor €24,99

Dank voor je interesse. Na invullen van het bestelformulier, ontvang je een betaallink per mail.

Bedankt! Het bestelformulier is verzonden
Oeps, er is iets misgegaan. Probeer het formulier opnieuw in te vullen of neem contact op.